press release

Studie Spook- en zombiebedrijven in België

Antwerpen, 14 mei 2021 – Om de Belgische economie te helen, moet overheidssteun alleen worden gegeven aan die bedrijven die door de coronacrisis tijdelijk moeilijkheden ervaren, niet aan zomaar elk bedrijf. Hiervoor pleit Graydon in de studie Spook- en zombiebedrijven in België versus de Covid-19 crisis. Juist de pandemie kan worden aangegrepen om het kaf van het koren te scheiden: welke bedrijven hebben nog reserves en welke spookondernemingen en zombiebedrijven belasten de maatschappij?

De studie wordt ingeleid door Prof. Rudy Aernoudt (Corporate finance, UGent), die stelt dat deze walking deads kapitaal en arbeidskrachten onttrekken aan de productieve economie. Met hun lagere marges fnuiken ze de normale werking van de markt en vormen ze oneerlijke concurrentie voor structureel gezonde bedrijven. Met de analyse van Graydon kan de overheid beter bepalen welke ondernemingen levensvatbaar zijn en daadwerkelijk steun verdienen.

Spookondernemingen

Spookondernemingen zijn als bestaande entiteiten op papier actief, maar ontwikkelen nauwelijks tot geen enkele economische activiteit. Hierdoor worden ze niet opgemerkt door klassieke modellen, die erop gericht zijn het onderscheid te maken tussen bedrijven die al dan niet gezond zijn. Ze vervuilen de statistieken die het hebben over ‘actieve ondernemingen’, vertekenen de feiten op het moment dat ruwe data zonder verfijning bestuurlijke beslissingen moeten documenteren. Begin februari 2021 onderscheidde het door Graydon ontwikkelde algoritme 289.842 bedrijven waarvan de kans op een ‘spookstatus’ bijzonder hoog wordt ingeschat. Een aantal van die spookbedrijven is aangeschoven bij de bedeling van diverse covid-premies.

Zombiebedrijven

Zombiebedrijven zijn bedrijven die minstens vijf jaren oud zijn én de drie laatste opeenvolgende jaren een negatief eigen vermogen publiceren. Uit de analyse van Graydon blijkt dat er momenteel 36.595 bedrijven aan deze classificatie voldoen.

De OESO hanteert bij zombiebedrijven een leeftijd van minstens tien jaar oud waar in de afgelopen drie boekjaren het bedrijfsresultaat de intrestlast niet dekt. Uit de analyse van Graydon blijkt dat er momenteel 40.382 bedrijven aan deze classificatie voldoen.

Zombiebedrijven ontplooien wel degelijk activiteit, alleen blijkt dat die activiteit alles behalve rendabel is of dat elke vorm van rentabiliteit ogenblikkelijk uit het bedrijf gezogen wordt. In het eerste geval is het concurrentievervalsing, in het tweede geval blijft een karkas ronddwalen dat afhangt van het moederbedrijf en dat op geen enkele manier resistent blijkt tegen welke schok dan ook. Veelal zijn ze veel te hoge schulden aangegaan of opgezadeld met hoge schulden door een overnemer. Zombiebedrijven zijn dus noch failliet, noch levensvatbaar. De OESO stelt bovendien vast dat zombiebedrijven nauwelijks innoveren, noch bijdragen aan economische groei. Bovendien: vaak zijn ze maatschappelijk belastend.

Zombiebedrijven in de analyse

Van alle bedrijven ouder dan vijf jaar kwalificeert bijna één op de tien (9,4%) als zombiebedrijf. Bij deze bedrijven zijn in totaal 45.254 werknemers tewerk gesteld. Bijna twee derde van de zombiebedrijven betreft een onderneming zonder personeel (63,7%), het restant (33,6%) betreft bedrijven met maximaal 49 FTE’s in dienst. In bijna alle gevallen is dus sprake van wat in ons land als KMO beschouwd wordt.

Onder de sectoren met naar verhouding het grootste aantal zombiebedrijven vinden we hoofdzakelijk diverse vormen van kleinhandel, horecazaken en zaken die betrekking hebben op wellness en lichaamsverzorging. Uitzonderingen hierop zijn de sectoren ‘verhuur en lease van luchtvaartuigen’ (35,6%) en ‘verhuur en lease van schepen’ (23,8%). Verder scoren ‘bewerken van diamant’ (22,7%) en ‘uitgeverijen van kranten’ (22,5%) hoge waarden, net als ‘exploitatie van culturele en multifunctionele zalen’ (24,2%) en diverse sectoren die gelieerd zijn aan sportactiviteiten.

Zombiebedrijven in de analyse op basis van de OESO definitie

40.382 bedrijven (13,3% van de bedrijven ouder dan 10 jaar) voldoen aan de OESO definitie van een zombiebedrijf. Hier zijn 171.717 werknemers tewerkgesteld. Van deze zombiebedrijven is ruim twee derde 67,6%) een onderneming zonder personeel, het restant (31,1%) betreft bedrijven met maximaal 49 FTE’s in dienst. In bijna alle gevallen is dus sprake van wat in ons land als KMO beschouwd wordt.

De sectoren met naar verhouding het grootste aantal OESO-zombiebedrijven zijn vooral gesitueerd binnen de ruime financiële dienstverlening en immobiliën. Zo bijvoorbeeld de ‘verhuur en exploitatie van sociale woningen’ (45%), de ‘beleggingstrusts en -fondsen en vergelijkbare financiële instellingen’ (42,9%) en de ‘Effecten en goederenhandel’ (37,6%). Ook de bouwsector is ruim vertegenwoordigd (bijvoorbeeld ‘ontwikkeling van niet residentiële bouwprojecten’ met 29%). Horeca en kleinhandel zijn ook hier -zij het minder prominent- aanwezig.

Regionale verschillen

Het fenomeen van zombiebedrijven (ongeacht welke definitie) is in de drie gewesten ruim aanwezig. Naar verhouding telt de Brusselse regio iets meer zombiebedrijven, Vlaanderen iets minder.  Verder in deze studie stellen we vast dat naar verhouding er binnen Brussel minder werknemers tewerkgesteld zijn in KMO’s. Brussel telt dus verhoudingsgewijs meer grote zombie-bedrijven.

De injectiebehoefte

Graydon heeft ook gekeken naar de mate waarin bij zombiebedrijven sprake is van een injectiebehoefte. De injectiebehoefte is het resultaat van een algoritme dat wordt toegepast op elke individuele onderneming waarbij de impact van een economie in discontinuïteit (in dit geval de huidige Covid-19 crisis) wordt gemeten op een onderneming. We meten hier de mate waarin de crisis de reserves zodanig heeft aangetast dat een bedrag X in het bedrijf dient te worden geïnjecteerd opdat het desbetreffende bedrijf kan overleven. Met betrekking tot de zombiebedrijven is sprake van 26.258 ondernemingen (6,72% van alle bedrijven ouder dan 5 jaar) met een gezamenlijke injectiebehoefte van 5,4 miljard euro of 7% van de injectiebehoefte die wij vaststellen voor het volledige land.

Op  basis van de OESO-definitie is sprake van 23.073 ondernemingen (7,6% van alle bedrijven ouder dan 10 jaar) met een gezamenlijke injectiebehoefte van 19,5 miljard euro of 25% van de injectiebehoefte die wij vaststellen voor het volledige land. Deze ondernemingen stellen 42.496 FTE tewerk.

3,2% van de zombieondernemingen met injectiebehoefte zijn bedrijven met een moederband richting buitenland. Ze staan in voor maar liefst 42,8% van  de totale injectiebehoefte binnen de zombiebedrijven. Binnen de OESO-definitie is dit respectievelijk 3,7% en maar liefst 58,3% van alle injectiebehoefte binnen de OESO-zombiebedrijven.

Het belang van data-analyse

België telt relatief veel ondernemingen met een louter financiële activiteit, die nauwelijks werkgelegenheid bieden, waaronder veel managementvennootschappen. Op basis van uitgebreide data-analyse, zowel op geaggregeerd niveau als op individueel ondernemingsniveau, kan inzichtelijk gemaakt worden in hoeverre bedrijven (financieel) worden ondersteund die weinig bijdragen aan de economie en/of het maatschappelijk weefsel. Deze inzichten bieden de kans om in deze turbulente tijden gerichte keuzes te maken ten opzichte van financiële en maatschappelijke fairplay.

Download hieronder de volledige studie:

Neem voor meer informatie contact op met Eric van den Broele, Directeur Onderzoek & Ontwikkeling Graydon België.