Schokbestendigheid - Résistance aux chocs
Terug naar overzicht
blog

Bedrijfswereld leeft (onbewust) van schok naar schok

Dit artikel is het resultaat van een samenwerking tussen Eric Van den Broele en Koen Michielsen.

In een eerste artikel kon u lezen welke redenering er zit achter redundantie of de schokbestendigheid van bedrijven. Onthoud uit het eerste deel ook dat de redenering niet uitsluitend gekoppeld is aan de coronacrisis. We komen immers vaker schokken tegen, de ene al impactvoller dan de andere. In dit tweede deel gaan we daar dieper op in.

Verschil laagconjunctuur en discontinuïteit

Er is een groot verschil tussen een periode van laagconjunctuur en een schoksituatie. We spreken in dat laatste geval wel eens over een economie of een deeleconomie ‘in discontinuïteit’. In de afgelopen 70 jaar – en vermoedelijk ook daarvoor – heeft het aantal ondernemingen in zware moeilijkheden altijd tussen de 4,5% en 7% gelegen. Er zijn er op geen enkel moment:

  1. Méér dan 7% ondernemingen geweest die duidelijk konden aangeduid worden als onderneming in zware moeilijkheden. Ook niet in de diepste laagconjunctuur.
  2. Minder dan 4,5% ondernemingen geweest die duidelijk konden aangeduid worden als onderneming in zware moeilijkheden. Ook niet in de hoogste hoogconjunctuur.
Bedrijven in zware moeilijkheden

Het verschil tussen hoog- en laagconjunctuur en de verhouding tot bedrijven die in zware moeilijkheden verkeren, is dus niet zo gigantisch is. Dat is meer een variatie dan een schok.

Ander type faillissementen

Daarnaast is het een feit dat er een golf van faillissementen volgt na een periode van laagconjunctuur. Faillissementen voorspellen dus geenszins welke richting de conjunctuur uitgaat. Integendeel, faillissementen hollen het conjunctuurbeeld achterna. In normale omstandigheden stijgt het aantal faillissementen ongeveer zes maanden nadat de periode van laagconjunctuur duidelijk is doorgebroken. Typisch aan die golf van faillissementen is dat ze vooral toeslaat binnen de populatie van bedrijven die – meestal al lang en structureel – in zware moeilijkheden verkeren.

Een laagconjunctuur kenmerkt zich dus onder meer door het feit dat er meer bedrijven failliet gaan die het voor de periode van laagconjunctuur al moeilijk hadden. Ze vertonen typische symptomen waardoor de voorspelbaarheid van een nakend debacle bijzonder groot is.

Net daarin zit het grote verschil met een schok. Een situatie van economie in discontinuïteit heeft een invloed op alle ondernemingen, of minstens op alle ondernemingen binnen een sector of een geografische ruimte die aan een schok onderhevig zijn. Met de nadruk op ‘alle’. Ondernemingen die voor de crisis in (al dan niet zware) moeilijkheden verkeren, worden (logisch) verder in de problemen geduwd en gaan failliet. Net als in een periode van laagconjunctuur. Maar daarnaast zijn ook ondernemingen, die volgens de klassieke financiële analyse perfect gezond zijn, kwetsbaar bij een plotse schok indien ze niet redundant zijn.

Gebrek aan reserves in periode van discontinuïteit

In een periode van discontinuïteit moet een bedrijf dus terug kunnen vallen op zijn reserves. Maar als die er niet zijn, dan heeft de onderneming een groot probleem en dient ze externe hulp in te roepen. Dat kan op twee manieren:

  • Ofwel grijpt de overheid in om massaal premies te verschaffen, zoals tijdens corona. Dat betekent echter een maatschappelijke belasting, waar onze kinderen en kleinkinderen nog tientallen jaren voor zullen opdraaien.
  • Ofwel kan de onderneming een lening aangaan, als ze daar tenminste voor in aanmerking komt. Het brengt in elk geval extra kosten met zich mee op het moment dat er een crisis uitbreekt.

Laat het een boodschap zijn voor de bedrijven om toch maar dat reservepotje aan te leggen.

Van schok naar schok

Covid-19 mag dan meerdere schokken veroorzaakt hebben, het zijn lang niet de enige schokken waarmee we geconfronteerd worden. In onze wereld komen we allerlei schokken tegen. Niet allemaal met een wereldwijde impact, maar eigenlijk leven we continu van schok tot schok die niet – of op zijn minst moeilijk - voorspelbaar is.

Ondertussen hebben we schokken gehad die gerelateerd zijn aan de inflatie en een stijging van de loonkost en de energieprijzen. De plotse Russische inval in Oekraïne zit er voor wat tussen. Maar niet zolang geleden zorgde ook een schip voor een schok, nadat het zich had vastgereden in het Suezkanaal en de bevoorrading verstoorde. Er zijn bedrijven die onvoldoende chips geleverd kregen en de productie noodgedwongen moesten stilleggen. En, dichter bij huis, wat te denken van de overstromingen in Wallonië in de zomer van 2021? Daaruit hebben we geleerd dat wanneer dit in Vlaanderen zou plaatsvinden de ramp nog veel groter zou zijn.

In de praktijk blijft het risico op onvoorspelbare schokken dus elke dag bestaan, met een impact op lokaal of internationaal vlak. En we moeten ook vaststellen dat een bepaald deel van ons bedrijfsleven daar niet tegen bestand is. In dat kader zijn reserves alvast geen overbodige luxe.

Op deze pagina leest u meer over de waarde van de schokbestendigheidsscore. Vul meteen het antwoordformulier in voor een vrijblijvend gesprek.

Gelijkaardige publicaties