Schokbestendigheid - Résistance aux chocs
Terug naar overzicht
blog

Gausscurve-denken zet ons op verkeerde been

Dit artikel is het resultaat van een samenwerking tussen Eric Van den Broele en Koen Michielsen.

Of je het nu privé of zakelijk bekijkt, je kunt altijd iets onverwachts tegenkomen. En ook al is het onverwacht, het is slim om erop voorbereid te zijn. De meest goede huisvaders (en -moeders) doen dat ook op één of andere manier. Voor bedrijven lijken de zaken anders te liggen.

Je verwacht niet dat morgen de wasmachine of de wagen het begeeft of dat een storm het dak wegblaast (een schok), maar het zou wel kunnen gebeuren. Om dat op te vangen hebben de meeste consumenten onder ons ergens een spaarpotje achter de hand, eventueel aangevuld met een goede verzekering. De gemiddelde mens weet immers van nature dat er een onvoorspelbaar karakter hangt aan onze toekomst. Het spaarpotje geeft ons echter de kans om autonoom te overleven.

Het gausscurve-denken

Bedrijven volgen niet altijd dezelfde denkwijze. Daarover kon u lezen in een vorig blogartikel. De kans dat een onverwachte gebeurtenis zich voordoet is altijd latent aanwezig. We worden overigens met veel meer schokken geconfronteerd dan u op het eerste gezicht zou denken. Onze manier van denken is wat dat betreft echter enigszins verkeerd gevormd.

Om het wiskundig uit te drukken, hebben we doorheen de tijd leren denken in gausscurves. Vaak voorkomende zaken bevinden zich rond het middelpunt van de curve. Extremen bevinden zich aan de buitenkant van de klok. We hebben onszelf ondertussen wijsgemaakt dat die extremen uitzonderlijk en van weinig invloed zijn. Het tegendeel is echter waar.

Uitzonderingen zijn minder uitzonderlijk

De extremen die zich aan de buitenkant van de klok bevinden, zijn onvoorspelbaar. Straffer zelfs, de mogelijkheid dat zo’n gebeurtenis zich voordoet, wordt gewoon genegeerd. Toch zijn die extremen minder uitzonderlijk dan gedacht als we hun aantal in overweging nemen. Het gaat niet alleen over Covid-19. Het gaat ook over schepen die vergaan of productielijnen die in vlammen opgaan. Over overstromingen, over stormschade, over een tekort aan onderdelen door een gehavende toevoerketen, over torenhoge inflatie, over stijgende grondstofprijzen, over aanslagen en oorlogen, enz.

Het zijn allemaal schokken waar een deel van de bedrijven plots aan onderhevig wordt en waar ze behoorlijk onder kunnen lijden. En dat staat volledig los van hun financiële gezondheid. Gezond of ongezond is in deze situaties niet van toepassing. Want in tegenstelling tot wat de gausscurve ons doet geloven, hebben de extremen wel degelijke een enorme invloed op de partijen die ermee te maken krijgen. In dat kader ontwikkelde Graydon het schokbestendigheidsmodel.

Gausscurve - La courbe de Gauss

Figuur: Extremen of uitzonderingen aan de buitenkant van de klok hebben wel degelijk een invloed op partijen die ermee geconfronteerd worden.

Het schokbestendigheidsmodel is een belangrijk hulpmiddel om:

  1. bij een schok onmiddellijk te kunnen achterhalen welke bedrijven de schok kunnen opvangen en welke niet en dus ondersteuning nodig hebben. Het geeft zowel de overheid als een bedrijf, dat een klantenportefeuille beheert, de mogelijkheid om snel te reageren op een nieuwe situatie.
  2. een zeer duidelijk macro-economisch inzicht te krijgen van de problematische situatie. Het geeft de overheid objectief feitenmateriaal om verder over na te denken en eventuele maatregelen uit te vaardigen of bij te sturen.
  3. op feiten gebaseerde inschattingen te maken, die antwoord geven op de vraag wat de overlevingskansen van bedrijven zijn op langere termijn. Op die manier kan een strategie die versterking nastreeft op lange termijn concreet worden uitgebouwd.

Opdracht voor overheid en bedrijven zelf

In deze context is er ook een belangrijke opdracht weggelegd voor de overheid. Zij dient bedrijven bewust te maken van het gevaar van onverwachte schokken en hen aan te sporen om daarin zelfstandig te voorzien in de toekomst.

Er zijn immers maar twee wegen te bewandelen.

  1. We kunnen zo snel mogelijk terugkeren naar het oude normaal. Al betekent dat wellicht dat een volgende schok nog zwaarder zal aankomen. Omdat we zo veel geld en energie gestoken hebben in de schok die corona veroorzaakte, kunnen we de eerstvolgende tijd een nieuwe schok missen als kiespijn.
  2. Of, misschien is dit wel een gelegenheid om een nieuw normaal uit te tekenen dat ervoor zorgt dat we er allemaal beter vanaf komen.

Stimuleren of verplichten?

De vraag stelt zich of bedrijven daarin mee willen gaan. Of blijven aandeelhouders winsten en reserves in de toekomst afromen? Daar zijn alvast twee bedenkingen bij te maken.

Bedenking 1

Als je het financieel en op korte termijn bekijkt, dan belanden we met die visie en zonder tussenkomst wellicht snel weer in het oude normaal. Het is aan de overheid om eens grondig na te denken over hoe ze bedrijven kan stimuleren om dringend grotere reserves uit te bouwen. Het hoeft geen verplichting te zijn. Stimuleren werkt nog steeds beter dan verplichten. Er zijn genoeg stimuli te bedenken (bv. fiscaal), die al dan niet een verplichting hoeven te zijn.

Bedenking 2

Wereldwijd bekeken heerst, naargelang de cultuur, een verschillende mentaliteit. Europa bekijkt heel wat zaken fundamenteel anders dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten of China. Neem het voorbeeld van GDPR. De manier waarop Europa de General Data Protection Regulation heeft ontwikkeld (en opgelegd), heeft te maken met ethische standpunten en de functie van data tegenover de maatschappij. De positie die Europa heeft ingenomen, is fundamenteel verschillend van de Verenigde Staten of China. Dat betekent dat wanneer je een positie kiest die ‘anders’ is – niet beter, maar anders – dan in andere werelddelen, dat je die keuze ook moet afschermen aan de grenzen. Dus iedereen die in Europa zaken wil doen, is verplicht om zich aan de regels te houden. Ook dat heeft economische gevolgen.

Gelijkaardige publicaties