Studiedag: "Wanneer dreigt een onderneming in moeilijkheden te geraken?
Terug naar overzicht
blog

Solvabiliteit: 3 keer anders berekend

Solvabiliteit is een belangrijk criterium voor de financiële gezondheid van een bedrijf. Maar hoe zit dat precies in elkaar? Hoe wordt solvabiliteit berekend? Hoe kunt u zien of uw klanten solvabel zijn?  

Solvabiliteit meet de financiële gezondheid

U hebt het ongetwijfeld al meegemaakt. U wilt een investering doen voor uw bedrijf en stapt naar de bank om daarvoor geld te lenen. Het eerste wat uw bankier zal doen, is kijken hoe solvabel u bent. Hoe? Door het eigen vermogen van uw bedrijf af te wegen tegenover het vreemd vermogen. Of anders gezegd de bezittingen tegenover de schulden. Hoe groter het eigen vermogen, hoe solvabeler een bedrijf is. Want als een bedrijf een lening niet kan terugbetalen, dan kan de bank het geld dat ze heeft uitgeleend nog altijd terugverdienen door de bezittingen te verkopen.

Als de balans te veel overhelt in de richting van het vreemd vermogen, dan is uw bedrijf minder solvabel. Met andere woorden: een bedrijf is solvabel als het bij de opheffing ervan in staat is om zijn schulden terug te betalen. De solvabiliteitsratio drukt uit hoe solvabel een bedrijf is.

3 formules om de solvabiliteitsratio te berekenen  

Om de solvabiliteitsratio te berekenen kan men drie verschillende formules gebruiken. We zetten ze even op een rijtje.

Formule 1

De verhouding tussen de totale activa op de balans en het vreemd vermogen.

Door alle posten aan de debetzijde van de balans te delen door het totaal aantal schulden aan de creditzijde krijgt u een getal. Vermenigvuldigt dit met honderd om de sovabiliteitsratio te berekenen. Is het percentage van deze berekening bijvoorbeeld 200%, dan heeft het bedrijf in kwestie dubbel zoveel eigen vermogen als vreemd vermogen. Met andere woorden: van elke twee euro in het bedrijf is er maar één euro geleend.

Formule 2

De verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen.

Hier deelt u het eigen vermogen door het vreemd vermogen.  Bij een eenmanszaak is het eigen vermogen het geld dat door de eigenaar zelf in de onderneming is gestoken. Bij een nv  of bvba is het eigen vermogen het geld dat tot de onderneming toebehoort, zoals geld dat door aandeelhouders ter beschikking is gesteld. Het vreemd vermogen zijn alle korte en lange leningen. 

Als we deze berekening toepassen op een zelfde balans als  deze die voor de eerste berekening is gebruikt, zal het resultaat altijd precies 100% lager liggen dan bij de eerste berekening. Komt de eerste berekeningsmethode uit op 200%, dan komt de tweede uit op 100%.

Formule 3

De verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen.

Hier delen we het eigen vermogen door het totale vermogen. Uiteraard zal het cijfer dat we op basis van deze berekening krijgen, lager liggen dan in de twee voorgaande gevallen. We delen nu immers door het totale vermogen. Maar in feite geven de drie cijfers op dezelfde manier inzicht in de solvabiliteit.

Hoe kunt u zien of uw klanten solvabel zijn? 

Voor de drie berekeningen geldt: hoe hoger de uitkomst, hoe gunstiger de solvabiliteit. Is er dan ook een bodem waaronder u beter geen zakendoet met een bepaald bedrijf? Niet echt.  Stel dat een bedrijf bijvoorbeeld een solvabilitieitsratio heeft van 20%.  Het heeft met andere woorden een vermogen opgebouwd dat voor 80% bestaat uit geleend geld. De risico’s om zaken te doen met dat bedrijf lijken op het eerste gezicht erg groot. Banken zullen normaal gezien ook niet geneigd zijn om nog geld aan dergelijk bedrijf te lenen. Maar ook andere criteria spelen een rol. Denk maar aan verwachte omzet, liquiditeit, rentabiliteit en merkreputatie.

Gelijkaardige publicaties