Oorzaken voor de negatieve evolutie van het B2B-betaalgedrag
Terug naar overzicht
blog

Oorzaken voor de negatieve evolutie van het B2B-betaalgedrag

Het betaalgedrag van de federale overheid, alsook van de verschillende gewesten, ging er in het derde kwartaal van 2017 flink op achteruit. Tijd om naar enkele oorzaken op zoek te gaan.

Federale overheid evolueert opnieuw naar slechte betaler

Einde 2007 besloot de toemalige regering om haar eigen betaalgedrag systematisch te monitoren en te verbeteren. Dit met de uitdrukkellijke bedoeling het Belgisch bedrijfsleven te wapenen tegen de aanstormende financiële crisis. Een nobele gedachte die verschillende jaren zijn vruchten heeft afgeworpen. De jongste cijfers ogen echter weer dramatisch.

Na heel wat inspanningen vertoonde het betaalgedrag van onze federale overheid een stabiel verloop op hoog niveau. Het moet gezegd dat de federale overheid - in tegenstelling tot de hardnekkige en wijdverspreide mening van anderen - zich sedert 2007 steeds meer profileerde als een instantie die haar betaalafspraken nakwam. Sedert het tweede kwartaal 2013 kende het betaalgedrag er een stabiel verloop, waar we per trimester slechts kleine nuanceverschillen noteerden. 

Vanaf het tweede kwartaal 2015 zakt dit niveau om vervolgens een sterk schommelend gedrag te vertonen. De waarnemingen van de afgelopen twee kwartalen 2017 wijzen echter op een nefaste en deplorabele evolutie. We noteren nu de zwakste waarden sedert 2008. 

Onze metingen tonen aan dat de federale overheid tijdens het derde kwartaal 2017 slechts 61% van haar facturen correct betaalde. Het aantal facturen dat méér dan 90 dagen te laat wordt vergoed, steeg naar liefst 11%.

Betaalgedrag daalt sterk in Brussel en Wallonië

Sinds 2015  zagen we binnen het Waalse Gewest een betaalgedrag dat bijna identiek was aan dat van het Vlaamse. In het tweede trimester 2016 betaalden Waalse bedrijven voor de eerste (en tot nog toe enige) keer hun facturen correcter dan de Vlaamse of de Brusselse. Traditioneel noteerden we het beste betaalgedrag door de in Brussel gevestigde ondernemingen. 

Vanaf het eerste kwartaal 2017 zien we echter de kwaliteit van het betaalgedrag van de Brusselse ondernemingen spectaculair dalen. De indexwaarde zakte van 102,8 in het vierde trimester 2016 naar 96,5 gedurende het eerste trimester 2017. Voor Brussel was dat de slechtste waarde sinds het begin van onze metingen. Het voorzichtige herstel nadien mocht niet baten, want het afgelopen derde trimester 2017 toonde de Betaalindex een waarde van 99,8. Dat betekent dat de voormalige koploper sedert begin dit jaar continu de staartpositie inneemt. 

Bekijken we louter de ‘wanbetalingen’ (facturen die méér dan 90 dagen na vervaldatum of helemaal niet meer betaald worden)  en vergelijken we het afgelopen derde trimester met dat van 2016, dan stijgt het volume wanbetalingen in Vlaanderen met +18,1%, in Brussel met +35,38 % en in Wallonië zelfs met +40,15%.

Download de uitgebreide studie met alle details en analyses:

Studie betaalgedrag Q3 2017

Oorzaken

De neerwaartse trend van het betaalgedrag kent meerdere oorzaken. 

  • De wetgeving rond het B2B en G2B-betaalverkeer van augustus 2012 was in eerste instantie een oproep om betalingen gedisciplineerder uit te voeren. Daar waar de wet betaaltermijnen tot 60 dagen als standaard beschouwde, was dit nochtans niet in de geest van de Europese richtlijn ter zake. Die mikte op een standaard van 30 dagen. Bovendien voorziet de wet tal van achterpoortjes die duidelijk steeds vaker worden benut.
  • De terugval van de afgelopen twee kwartalen wordt daarnaast in belangrijke mate gestuurd door het betaalgedrag van onze federale overheid en dan Justitie en Financiën in het bijzonder. De federale en regionale overheden zijn belangrijke afnemers van goederen en diensten binnen onze economie. Hun betaalgedrag beïnvloedt dus rechtstreeks de cashflowpositie van onze ondernemingen.
  • In Brussel werden de gevolgen van de aanslagen, de tunnelproblematiek en de afbakening van voetgangerszones pas echt waarneembaar vanaf het vierde kwartaal 2016. Sindsdien lijkt de hoofdstedelijke economie zich moeilijk te herpakken. Dit blijkt deels uit duidelijk gestegen faillissementscijfers, maar evengoed uit de recentste studie betaalgedrag. Wellicht zullen ook de relletjes van november deze vaststelling weinig goeds doen. Toch is alles afschuiven op deze problematieken te kort door de bocht. Verhoudingsgewijs telt Brussel gewoon een groter aantal structureel ongezonde bedrijven en die zijn per definitie minder schokbestendig. 
  • Misschien kan zelfs de oplevende conjuctuur een reden zijn voor de negatieve evolutie van het betaalgedrag. Het klinkt contradictorisch, maar crisistijden nopen tot voorzichtigheid, bedachtzaamheid en zelfs angst voor mogelijke risico’s. Ze stimuleren een strikt cashbeheer  volgens het ‘cash is king’-principe. Nu we algemeen aanvaarden dat de crisis voorbij is, verschuift de aandacht terug naar het commerciële. In die zin wordt er mogelijk minder aandacht besteed aan de gevaren en de gevolgen van vertraagde betalingen.
Gelijkaardige publicaties