Forecasting - foresighting
Terug naar overzicht
blog

Streven naar strategische autonomie met foresighting

De termen foresighting en forecasting worden vaak door elkaar gehaald. Ze verschillen nochtans grondig. Foresighting is overigens een veel waardevollere benadering van de toekomst, omdat het rekening houdt met scenario’s die niet blind zijn voor de realiteit van morgen.

Niemand weet wat de toekomst brengt. Toch proberen we ons daar uit alle macht vandaag al een beeld van te vormen. Met het oog op strategische autonomie is dat ook een belangrijk streven op Europees niveau. Data zijn daarbij waardevol en absoluut noodzakelijk, al zijn er twee manieren waarop ze kunnen worden ingezet.

Forecasting: een extrapolatie van het heden

In wezen wordt bij forecasting een eenvoudig principe gehanteerd. Data uit het verleden vormen het vertrekpunt. Aan de hand van een aantal parameters worden die vervolgens geëxtrapoleerd om een beeld te schetsen van de toekomst. Forecasting komt dus neer op het voorspellen van toekomstige ontwikkelingen op basis van historische data.

Ter illustratie kun je de verhouding van het bruto binnenlands product (GDP) van een land of continent binnen het mondiale plaatje erbij betrekken. Het aandeel van Europa is vandaag 18%, terwijl dat dertig jaar geleden nog 17% was. Bereken het groeipercentage en pas dat toe om te weten hoe die verhouding er binnen dertig jaar uit zal zien. Dat is wat forecasting is. Wat niet wil zeggen dat de voorspelling effectief werkelijkheid zal worden.

Het probleem van forecasting is dat het de realiteit van vandaag negeert. De financiële crisis zag men bijvoorbeeld niet aankomen. Het houdt geen rekening met de impact van de oorlog in Oekraïne of de covidpandemie. Wat de beperkingen illustreert van deze toepassing. Forecasting is per definitie steeds fout. Dat bewijzen ook de FED forecasts, die de bal voortdurend misslaan inzake inflatie en groei.

Een econoom wordt om die reden wel vaker iemand genoemd die erg goed is in het voorspellen van het verleden.

Foresighting: scenario’s van de toekomst

De toekomst is veel te complex voor eenvoudige modellen, gebaseerd op extrapolatie. Het is naïef om te geloven dat de wereld niet zal veranderen in de toekomst. Of, dat die veranderingen geen onmiddellijke impact zouden hebben. Foresighting gebruikt daarom een andere invalshoek om zo een beeld te krijgen van de toekomst: het houdt namelijk rekening met verschillende scenario’s.

Die scenario’s houden onder andere rekening met de complexiteit van de werkelijkheid. Er is niet één toekomst mogelijk. Verschillende pistes zijn plausibel. Op basis van wat het meest waarschijnlijk is, wordt vervolgens een policy uitgestippeld. Zo wordt uiteindelijk ook het meest waarschijnlijke datgene wat hopelijk realiteit zal worden. Het is immers die toekomst waar men op voorbereid is.

Om die scenario’s in kaart te brengen, wordt gekeken naar huidige trends die een grote impact hebben. Dat kan gaan van demografische onevenwichten tot veranderingen in de aard van arbeid. Maar ook protectionisme kan een tendens zijn die zich steeds nadrukkelijker aftekent.

Rekening houdend met die trends kunnen voor Europa vier toekomstscenario’s worden uitgetekend:

  • Er is een stormachtige periode op komst waarbij de banden met Rusland en de VS een neerwaardse duik nemen en Europa instort. In dat geval is het verstandig om te beschermen wat we hebben.
  • Het kan zijn dat de toekomst een gegeven is waar we ons niet langer om bekommeren. Après nous, le déluge. We nemen gelaten de toekomst zoals ze komt.
  • Europa focust zich op zijn sterktes (bv. biotech) en klampt zich daaraan vast, terwijl het andere streefdoelen loslaat.
  • De imperfecte consensus van vandaag proberen we niet langer te herstellen, maar we leren ermee te leven.

Op basis van de hypothese die het meest aannemelijk lijkt, zullen beleidsadviezen worden geformuleerd die ons klaarstomen voor die toekomst.

In de praktijk

Voor ruwe materialen zijn we sterk afhankelijk van Azië. Meer concreet stelde Europa tijdens de coronapandemie vast dat het voor mondmaskers afhankelijk is van China. Strategisch gezien is het verstandiger om net minder afhankelijk te zijn, zonder protectionistisch te denken en partnerships op te blazen.

Aan de hand van economische data kan gekeken worden voor welke grondstoffen of producten de afhankelijkheid van andere landen erg groot is. Vervolgens wordt onderzocht welke ecosystemen het meest gevoelig zijn. Met andere woorden: waar is de kans het grootst dat de bevoorrading voor ons vroeg of laat in het gedrang komt? Welke gebieden zijn dus het minst stabiel of het meest kwetsbaar?

Uit onderzoek is naar voren gekomen dat 137 producten cruciaal zijn voor Europa. Voor ruim de helft ervan zijn we afhankelijk van China, voor 11% van Vietnam. Concreet: antibiotica halen we voor 90% uit China. Het komt erop aan om een beleid te ontwikkelen dat werk maakt van het afbouwen van die afhankelijkheid voor die cruciale grondstoffen of componenten.

Volledige autonomie is niet wat wordt nagestreefd, wel strategische autonomie. Voor bepaalde grondstoffen en producten wordt een strategie ontwikkeld om te bepalen hoeveel we in Europa willen produceren en hoe groot het aandeel is waarvoor beroep wordt gedaan op andere continenten. Telkens met strategische autonomie in het achterhoofd.

Rudy Aernoudt is professor aan de Universiteit Gent en de universiteit van Nancy, schrijver, columnist, filosoof, econoom en een graag geziene spreker op nationale en internationale congressen over geopolitiek, economie en beleidsvoering. Op wikipedia vindt u een volledig portret terug van onze gastblogger.

Gelijkaardige publicaties